Thermaltake extreme giant iii: Thermaltake Extreme Giant III Review

Thermaltake Giant III VGA Cooler

All CategoriesShop By Brand Power Supplies Computer Cases Water Cooling Computer Lighting Case Fans CPU Fans / Coolers Cooling Accessories Keyboard / Mouse Cables / Adapters Cable Management Gaming Gear Home Automation Auto Mods Caffeine Frequently asked Questions

Item# 11916

$34.99

Availability: Usually ships the same business day.

The Thermaltake Extreme Giant III VGA Cooler is quite possibly the highest performance VGA Cooler on the market. The Giant III is designed for grueling VGA cooling. The Thermaltake Gaint III Cooler is based off the Giant II in many aspects, but improved upon greatly to make the best cooler available. The new Giant III cooler includes a fan controller which can easily be installed into an open PCI slot, a larger heatsink surface area, dual heatpipe technology, and an extra blower fan for cooling. The all new Thermaltake Giant III Cooler is a sound investment for anyone serious about VGA cooling.

Features:

  • Application for video cards with mounting holes on the PCB only
  • Dual heatpipe technology carries the heat more efficiently
  • Much better heat dissipation is delivered by a larger heatsink surface
  • Ventilation channel and blower fan improve the cooling performance
  • Fan speed switch controls the fan at different speed and noise level
  • Universal clip for both nVIDIA and Ati
  • Copper ram sink included, can be applied onto any chipset
P/N A1919
Heatsink Aluminum
Fan Type ReverFlow Fan Blower
Fan Dimension 60x60x10 mm 40x40x40 mm
Rated Voltage 12V 12V
Started Voltage 7V 7V
Speed Controller H, M, L Fan Speed ON/OFF Switch
Bearing Type 1 Ball 1 Sleeve Sleeve
Heatpipe Nickel-plated copper tube (
5mm)
RAMsink 20x9x6mm (8pcs), copper made


  • Shop By Brand
  • Shop By Color
  • Power Supplies
  • Computer Cases
  • Water Cooling
  • Computer Lighting
  • Case Fans
  • Fan Accessories
  • CPU Fans / Coolers
  • Cooling Accessories
  • Keyboard / Mouse
  • Cables / Adapters
  • Cable Management
  • Gaming Gear
  • Office Solutions
  • Home Automation
  • Auto Mods
  • Caffeine
  • Frequently asked Questions
  • Connect with us on YouTube.
  • See us onTwitter
  • See us on Facebook
  • Matias Wireless Aluminum Keyboard Space Gray (Black)
  • Ollo Desk 30 — White
  • Ollo Desk 30 — White

Thermaltake Extreme Giant III VGA-koeler review — Computer — Nieuws

Op myWorldHardware is een review verschenen van de Thermaltake Extreme Giant III Cooler. Dit is een videokaartkoeler met twee grote aluminium platen, twee heat pipes en twee ventilatoren. De Giant III wordt erg compleet geleverd, zo worden er koelpasta en een set koperen koelblokjes voor op de geheugenchips meegeleverd. Ook de handleiding is netjes afgewerkt en ruim voorzien van duidelijke afbeeldingen. Om de koeler aan de tand te voelen wordt deze gemonteerd op een oude GeForce 256-kaart van Asus.

Ondanks het vernuftige systeem dat Thermaltake heeft bedacht om de kaart te monteren, past hij toch niet helemaal goed op de Asus-kaart. Omdat de kaart te breed is, maken de heat pipes en het koelelement geen goed contact met de GPU. De reviewer lost dit op door extra koelpasta toe te voegen. Voor een degelijke review was het misschien beter geweest als hij een andere videokaart had gebruikt. Er worden twee ventilatoren bij de koeler geleverd. De eerste moet boven op het eerste koelelement geplaatst worden en heeft drie draaisnelheden. De tweede ventilator kan tussen de twee koelplaten bevestigd worden, zodat er ook lucht langs de onderkant wordt geblazen. Deze kan echter enkel op 9000rpm werken en produceert daarbij 41dB aan geluid.

Temperatuurvergelijking Thermaltake Extreme Giant III in °C
Eerste koeler normaal en tweede uit
Eerste koeler hard en tweede uit 60
Eerste koeler hard en tweede aan 59

De Giant III weet de GeForce 256 bij verschillende instellingen zo rond de 60°C te houden. Jammer genoeg wordt de koeler niet zonder fans getest, dit is over het algemeen de reden dat mensen voor dit soort koelers kiezen. De Extreme Giant III Cooler krijgt uiteindelijk drie van de vijf punten, omdat de reviewer de geringe prestatieswinst niet vindt opwegen tegen het lawaai dat de koeler produceert. Het is echter niet bekend in hoeverre deze beperkte prestatiewinst het gevolg is van de montageproblemen.

Vorig
nieuwsartikel

Volgend
nieuwsartikel

Tweakers maakt gebruik van cookies

Tweakers plaatst functionele en analytische cookies voor het functioneren van de website en het verbeteren van de website-ervaring. Deze cookies zijn noodzakelijk. Om op Tweakers relevantere advertenties te tonen en om ingesloten content van derden te tonen (bijvoorbeeld video’s), vragen we je toestemming. Via ingesloten content kunnen derde partijen diensten leveren en verbeteren, bezoekersstatistieken bijhouden, gepersonaliseerde content tonen, gerichte advertenties tonen en gebruikersprofielen opbouwen. Hiervoor worden apparaatgegevens, IP-adres, geolocatie en surfgedrag vastgelegd.

Meer informatie vind je in ons cookiebeleid.

Sluiten

Toestemming beheren

Hieronder kun je per doeleinde of partij toestemming geven of intrekken. Meer informatie vind je in ons cookiebeleid.

Functioneel en analytisch

Deze cookies zijn noodzakelijk voor het functioneren van de website en het verbeteren van de website-ervaring. Klik op het informatie-icoon voor meer informatie.
Meer details

janee

    Relevantere advertenties

    Dit beperkt het aantal keer dat dezelfde advertentie getoond wordt (frequency capping) en maakt het mogelijk om binnen Tweakers contextuele advertenties te tonen op basis van pagina’s die je hebt bezocht.
    Meer details

    Ingesloten content van derden

    Deze cookies kunnen door derde partijen geplaatst worden via ingesloten content. Klik op het informatie-icoon voor meer informatie over de verwerkingsdoeleinden.
    Meer details

    janee

      Types and characteristics of alpine skis

      Freeski is a category of skis for skiing in a free style with extreme elements (off-piste skiing, jumps and tricks). They are divided into subcategories: freeride, powder, park & ​​pipe, skitouring.

      Freeride skis — the best option for off-piste skiing! Freeride skis with the longest front and rear rocker (up to 30 and 20% respectively), the widest waist from 98 to 115 mm, low longitudinal and torsional stiffness, soft toe and heel. Designed for off-piste skiing in the mountains. Skis float easily and do not fall through in loose snow. On a hard track in an arc they will break and slip, on a light track they carve well. Freeride skiing requires an expert level skier.
      Powder (powder) skis — the best choice for those who find fresh snow off the slopes! This is the widest and softest freeride ski available, with waists ranging from 115mm to 130mm. Powder (from English — powder) a term meaning skiing outside prepared tracks in very deep fresh snow. nine0005

      Freestyle skis or park skis — The choice of those who love to do jumps and tricks! G The main difference between park skis is twintip — curved toe and heel, which provide the possibility of skiing backwards. They have a small front and rear rocker up to 15%, waist width from 78 to 85 mm, soft but elastic toe and heel to facilitate take-off and landing. The skis are quite versatile and are suitable for comfortable skiing on pistes

      Ski tour — skis designed for mountain climbing. Ski touring skis are light in weight to reduce the energy consumption of touring skiers. From the slopes, skis for ski touring go very mediocre, but this is not their main purpose. The main thing is the climb up the hill. On skis for ski touring, mounts are installed that allow you to tear off the heel from the surface of the ski when climbing uphill. When descending from the mountain, the heel of the boot is firmly fixed with a mount. Also, when climbing on the sliding surface of skis, skins are installed that prevent slipping when walking. nine0005

      — Rigidity
      — Sidecut radius
      — Geometry
      — Rocker
      — Weight
      — Vibration resistance

      2.

      1. Rigidity of mountain skis

      The main characteristic by which skis differ by type of skiing is stiffness. What is ski stiffness?
      In alpine skiing, longitudinal and torsional stiffness are distinguished, and depending on the purpose and features of the ski models, the stiffness of the skis varies in length. So, what is the difference between a soft ski and a hard one? nine0015 The ski is less stiff in the longitudinal direction:
      — it starts to steer (sag in an arc) at lower speeds
      — it absorbs uneven terrain better
      — it goes better on virgin soil (soft snow)
      The ski is more rigid in the longitudinal direction:
      — provides more powerful skiing — transfer from turn to turn
      — better grip on the ice (when the edge slips)
      Less torsional stiffness of the ski (torsional stiffness):
      — makes it easier to ski at low speeds (easy edging of the toe and back in turns)
      — forgives mistakes when skiing
      — skis hold worse on ice and at high speeds.
      To determine the stiffness of the ski yourself in the store, put it vertically on the back, hold it by the upper end, and with the other hand press on the middle. Next, intuitively determine whether it is soft or not.
      Skis for beginners are softer and easier to turn.
      Alpine skiing for athletes — the most rigid, elastic, require good technical skills and good physical fitness. nine0015 Alpine skis for experts and advanced skiers, located in the middle in terms of technical characteristics.

      2.2. Alpine Ski Sidecut Radius

      What is the Alpine Ski Sidecut Radius?
      Ski sidecut radius or simply «radius» is a geometric characteristic of a ski, which is derived from the difference in the width of the toe, waist and heel. It is conventionally accepted that the radius of the ski is the minimum radius of its turn. Small ski radii are less than 13 meters, medium 13 — 17 meters and large — 17 meters or more. nine0005

      2.3. Alpine ski geometry

      Alpine ski geometry refers to the width of the ski in the front (nose), middle (waist) and back (heel), as well as the size (length) of the ski. The geometry of the ski is always indicated in the description of the model and is usually written on the ski itself. Width indicators are indicated in millimeters, for example 122/85/115, where the first digit is the width of the nose of the ski in mm, the second is the width of the waist in mm, the third is the width of the heel in mm.
      The main indicator of ski geometry — waist width . The wider the waist, the better the skis are suitable for off-piste skiing, the better the handling of the skis on various snow surfaces, the easier the skis float in deep snow. The narrower the waist of the skis, the easier they turn. The width of the nose and heel of the skis are determined by the purpose and type of skis. A particularly important indicator in this case is the ratio of the width of the waist to the width of the nose and heel of the ski. This ratio determines the radius of the sidecut of the skis.
      How does the choice of ski size affect skiing? nine0015 — Longer skis — more stable, more stable at speed and easier to ride on powder. Long skis are better suited for «big mountains» and long, wide runs.
      Shorter skis — nimble, easier to turn on the slope, easier to go on hard, icy slopes, easier to go on uneven, bumpy tracks.
      Short skis and suitable for skiing on short prepared slopes — you can make more turns.

      2.3. Rocker

      Rocker — this is an early lift of the ski from the toe (tail) to the center. The rocker is combined with the traditional weight camber in the center of the ski to provide a secure grip on hard slopes and improve stability. In general, the longer the rocker zone, the better the ski works and floats in the snow, and the more maneuverable and versatile it is on any snow. The shorter the rocker zone, the better the ski performs in high-speed turns and hard trails. Rocker is on both the front and back of the ski. There are six main types of rocker:

      Race rocker — 5% front rocker length, no rear rocker. Used in sports skis

      Piste rocker — front rocker length is 10%, no rear rocker. Used in piste non-sport skis

      All mountain rocker — front rocker length is 10-20%, rear rocker — 0-10%

      Freeride rocker — front rocker length is 20-30%, rear rocker 10- 15%

      Powder rocker — front rocker length is 30%, rear rocker is 20-30%

      Park rocker — front and rear rocker are the same length and is 10-20%

      2.4. Weight

      Ski weight is a characteristic of skis that affects their handling. The lighter the weight of the skis, the less effort is required to turn the skis over. Also, the lighter weight increases their shock resistance. At present, such technologies are used to reduce weight, such as the honeycomb structure of the toe and heel of skis, the use of cores made of light wood species. nine0005

      2.5. Vibration resistance

      A design property that determines its ability to absorb vibrations that occur when skis are moving; improves the contact of the skis with the slope, increases the stability of the skis, improves the quality of ski control; technical design — various elements built into the design of a mountain ski or superimposed on it.

      The planet HD 80606b has the most extreme temperature drops

      Every 111 days, the planet HD 80606b receives real «star strikes» from its star, warming the planet twice — up to 1500K in a few hours. The shock wave running into the night turns into supersonic hurricanes of hot gas. When they calm down, the star strikes again. nine0005

      To date, astronomers have known more than 300 planets orbiting distant stars. The search continues, and for good reason — among the many distant worlds are so bizarre that the story of their daily life turns into a heroic legend. Among all the legends, what is happening with the planet HD 80606b most of all resembles the legend of Icarus, who got too close to the Sun.

      The planet HD80606b was discovered in 2001 from spectroscopic observations of its central star, HD 80606. radial velocity spectrum. HD 80606 itself is located at about 190 light years in the direction of the constellation Ursa Major and is very similar to the Sun. Unlike the Sun, however, it has a companion star HD 80607, located about twice as far from HD 80606 as Neptune is from the Sun. But the planet that revolves around HD 80606 is not like any of the planets in the solar system.

      This gas giant with a mass of at least 4 Jupiter masses moves in an incredibly elongated orbit with an eccentricity of 0.93; perhaps it was the interaction with the second star of the system that stretched the orbit in this way. At the apoaster (the farthest point in its orbit), where the planet spends the most time, HD 80606b is about the same distance from the star as the Earth is from the Sun. Since the star itself is similar to our luminary, if this «super-Jupiter» were to turn in a circular orbit at such a distance, the temperature regime would be similar to the earth’s, and life would be possible on the giant’s satellites. nine0005

      But that was not the case. Having reached apoastron, HD 80606b begins a rapid “fall” towards its star and after 55 (Earth) days sweeps less than 4 million kilometers from the surface of the star.

      During this time, the distance to the star changes almost 30 times, and the apparent size of the star increases by the same number of times — when passing through the periastron (the nearest point of the orbit), it occupies almost half the sky. At the same time, the flow of energy, in which the planet bathes, grows by more than 800 times! Everything repeats with an orbital period of 111 days and 10 hours. nine0005

      It is clear that such adventures must be reflected in the weather of this celestial body. To figure out exactly how, American scientists led by Gregory Loflin from the University of California at Santa Cruz “chartered” the Lyman Spitzer infrared space telescope from NASA and for a little over a day watched how the planet rushes past its central star. The results of of these observations are published in the latest issue of Nature.

      Of course, astronomers have not seen the planet itself — for this, even the most modern telescopes have a small intestine. Loflin and colleagues measured the total infrared flux from the star+planet system at a wavelength of 8 microns. At such long wavelengths, the radiation of the star is already weaker than in the optical range, but the glow of the heated atmosphere of the planet, on the contrary, is maximum. However, this maximum is negligible compared to the star’s radiation — Loflin and his colleagues accomplished a small scientific feat, measuring deviations from the average energy flux with an accuracy of hundredths of a percent. nine0005

      close

      100%

      Alien worlds appeared in the photo

      The first direct photos of an alien planetary system and an extrasolar planet surrounded by rings were obtained. Only such…

      April 21 11:23

      Since the planet’s orbit is known from spectrometric observations, the moment of the next flyby near the star can be accurately predicted in advance (the next one, for example, will happen in 2 weeks, on February 14). It was at this time in November 2007 that scientists measured the light of the planet. Before the passage of the periastron, the energy flux turned out to be slightly lower, after it — slightly higher. This planet warmed up and began to shine brighter. nine0005

      The processing of observations brought a completely unexpected result. Not only did we manage to see the so-called secondary eclipse — a tiny drop in the brightness of the system at the moment when the planet is behind the disk of the star.

      It turned out that HD 80606b heats up incredibly quickly — in just 6 hours its temperature «jumped» from about +500 to +1200 degrees Celsius, almost twice the natural Kelvin scale.

      The Earth’s atmosphere, other things being equal, would take several days to heat up to the same degree. This result is very important for specialists in planetary atmospheres, who have to factor in the rate of response to heating in their models. It is unlikely that other “hot Jupiters” will be able to measure this value — they, as a rule, move in circular orbits, and in such orbits, the tidal effect of a star on the planet synchronizes the planet’s revolution around the star and rotation around its axis. The planet eventually revolves around its sun, looking at it with the same side (like the Moon to the Earth), and large-scale flows of heat and matter in the atmosphere turn out to be stationary. nine0005

      Jupiters escaped from overheating

      Giant planets can get very close to their star without fear for their own safety…

      10 December 10:31

      In the case of HD 80606b, there is no stationarity. Even its rotation and orbital movement are not synchronized — the speed of movement of tidal humps on the surface of the planet varies greatly from one point of the orbit to another. If the planet’s rotation is synchronized with anything, it is with its orbital velocity at periastron, where the tidal interaction is strongest; because of this, a day on HD 80606b most likely lasts 40 hours and 40 minutes. nine0005

      Synchronization with periastral velocity means, by the way, that at the moment of maximum approach to the star, the luminary stops its daily run across the planet’s sky. And at the same time, it continues to increase — like a boxing fist in the face in slow motion. The sight must have been terrible.

      Such a «sunstroke» does not go unnoticed on the planet, as seen in the video accompanying this note. According to model by the same Gregory Loughlin and his Santa Cruz colleague Jonathan Langton,

      Rapid heating of the planet has an effect on its atmosphere, something similar to the effect of a nuclear explosion.

      The temperature in the subsolar point increases so rapidly that the heat does not have time to disperse naturally throughout the planet. A shock wave arises, behind the expanding front of which the wind speed reaches 5 km / s — this is higher than the speed of sound. In less than a day, a wave runs around the planet, completely shoveling the movement of air masses in its atmosphere. According to the model, the Coriolis forces arising from the rotation of the planet twist the shock wave, turning it into giant vortices in the two hemispheres of the planet.